toen thomas inskip in 1937 als minister voor de coördinaten van de defensie werd aangesleld. zag hij in het verigd koningkrijk

de bommenwerperwedloop tegen Duitsland aan het verliezen was. De theorie was "een bommenwerper komt er altijd door d.w.z. door de luchtverdediging. maar dit hoefde niet te kloppen als hij een goed wapen hiertegen vond.

De bommenwerper als apart wapen was met succes toegepast door de Duitsers in de Spaanse burgeroorlog, door de Japanners in China en door de Italianen in Abessinië. Maar Inskip wilde de taak van de RAF beperken: alleen verhinderen dat de Duitsers een beslissende klap uitdeelden en standhouden tot er hulp van bondgenoten opdaagde of een blokkade de vijand zou afmatten.Hij had daarvoor enkele aanwinsten: de nieuwe jagers, vooral de spitfire en de ontwikkeling van de radar. Het argument dat deze optie minder duur zou zijn dan het bouwen van bommenwerpers gaf de doorslag toen het kabinet in 1937 goedkeuring aan zijn voorstellen gaf.